Het voormalig rechthuis
In de zestiende en zeventiende eeuw werd door de Grietman van Smallingerland recht gesproken in Smalle Ee en in Oudega. Elke dinsdag kwam de grietman, de ene week in Smalle Ee, de andere week in Oudega om recht te spreken. In 1663 werd de rechtspraak in Smalle Ee opgeheven.
Vanaf die tijd werd de gemeente Smallingerland bestuurd vanuit Oudega. Dit duurde tot 1816. Vanaf 1811 tot 1816 had de gemeente weer twee rechtskamers, één in Oudega en één in Drachten. In januari 1796 is er een stemming geweest om de rechtskamer "tot gerief en dienste der meeste ingezetenen" te verplaatsen van Oudega naar Noorder- of Zuider- Dragten.
Dat de uitslag ten nadele van Oudega zou uitvallen lag voor de hand, het inwonertal van Oudega was meer dan de helft kleiner dan dat van Dragten. Vanaf 1816 vond de rechtspraak dan ook officieel plaats in Dragten. Er was alleen een klein probleem, Dragten had geen geschikte locatie, deze werd gevonden in Opeinde in herberg "De Hoop".
Tot de bouw van het nieuwe gemeentehuis in Drachten gereed was in 1826 bleef men in Opeinde rechtspreken.
Vanaf die tijd werd de gemeente Smallingerland bestuurd vanuit Oudega. Dit duurde tot 1816. Vanaf 1811 tot 1816 had de gemeente weer twee rechtskamers, één in Oudega en één in Drachten. In januari 1796 is er een stemming geweest om de rechtskamer "tot gerief en dienste der meeste ingezetenen" te verplaatsen van Oudega naar Noorder- of Zuider- Dragten.
Dat de uitslag ten nadele van Oudega zou uitvallen lag voor de hand, het inwonertal van Oudega was meer dan de helft kleiner dan dat van Dragten. Vanaf 1816 vond de rechtspraak dan ook officieel plaats in Dragten. Er was alleen een klein probleem, Dragten had geen geschikte locatie, deze werd gevonden in Opeinde in herberg "De Hoop".
Tot de bouw van het nieuwe gemeentehuis in Drachten gereed was in 1826 bleef men in Opeinde rechtspreken.
Grote brand van 1738Op 17 mei 1738 woedde er een grote brand in Oudega, op die dag werden zeven panden volledig in de as gelegd. Het betrof vijf op één rij staande huizen met op korte afstand daarvan nog twee huizen met schuurgedeelte. De inwoners van de vijf panden waren Roel Wygers, Jelke Jans, Feyckjen Meinderts, Jacob Douwes en Hendrik Arends Wildeboer. In de twee andere panden woonden Hendrik Lammerts en Bruyn Engberts. De brand woedde in het centrum van Oudega, en heeft onder andere het oude rechthuis in de as gelegd, alsook het pand waar tegenwoordig de SPAR winkel zit. De oorzaak van de brand is tot op heden nooit achterhaald. Na de brand van 17 mei werd later dat jaar al begonnen met de herbouw. De toenmalige eigenaren, Foocke Wytzes en Ebeltje Meinderts, hebben in de gevelsteen van vrouwe Justitia hun initialen laten beitelen. Het echtpaar had geen kinderen en in 1756 erfde Wytze Alles de herberg.
|
Eigenaren herberg/rechthuis Wytze Alles erfde de herberg van zijn oom en tante in 1756. Zij hadden na de grote brand de herberg laten herbouwen. Na zijn dood erfde dochter IJbeltje de herberg en in 1821 werd de herberg verkocht voor 700,00 gulden aan Klaas Tjeerds Gaikema. In 1855 werd Adolf Jans Mulder eigenaar van het pand. Hij is de grootvader van Wietze Mulder die de dorps-herberg tot 1952 runde. Het pand is dan bijna 100 jaar familiebezit. Franke van der Meer was de volgende eigenaar, en verkocht de herberg tien jaar later aan zijn neef Romke van der Meer. Johan de Groot werd eigenaar in 1978 en verkocht de herberg in 1983 aan Bart Friso, de familie Friso runde een nijverheidswinkel annex expositieruimte aan de voorzijde. Hiermee kwam een eind aan meer dan 300 jaar dorpsherberg en werd het pand woonhuis.In 1996 werd het oude rechthuis verkocht aan Wybe Westra en verloor het de publieke functie die het honderden jaren heeft bekleed.
|
Rechthuis
figuur 12. Kaart van Oudega, Rechthuis (www.google.nl/maps/, 2015)