Oudega
  • Startpagina
  • Rechthuis
  • Molen
  • Sint Agathakerk
  • Fabriek
  • Scholen
  • Skoallereed
  • Haven
  • Turfschuur
  • Boerderijen
  • de Blauwe stien
  • Winkels
  • Toerisme
  • Geologie
  • Geschiedenis
  • Kaarten
  • Gastenboek en Contact
  • bronnen

Boerderijen in Oudega

Fotofiguur 129. Boerderij it West 26 foto: familiearchief Wijma, auteursrechthebbende onbekend.
Vanouds is de hoofdbron van bestaan voor Oudega de landbouw en veeteelt geweest. In de 10de eeuw waren de Friezen verplicht aan de koning huisschatting te betalen. Hiertoe verplicht waren allen die een huis of hof bezaten. Gewoonlijk werden alleen van huizen die tot zathe`s behoorden belasting betaald, deze alleen waren stemdragend. Uit 1640 is een gedrukt exemplaar van de stemdragende plaatsen bewaard gebleven. Het gebied rond Oudega, binnen de dorpsgrenzen, bezat vanouds 62 stemdragende plaatsen. Hieruit blijkt dat Oudega de grootste agrarische gemeenschap van Smallingerland had. Veel van deze stemdragende plaatsen waren in bezit van de adel. 
In Oudega waren goede gras- en bouwlanden. Bovendien had men de Oudegaaster hooilanden, de Hegewarren en de Wolwarren, zodat men verzekerd was van wintervoer. `s Winters was Oudega aan drie zijden omringd door hoog water. Direct ten zuiden de Sânbuorren lag de Eastersanning. Ten westen de Hegewarren, Wolwarren en de Gealanden en ten oosten het Mosseldal. Deze stonden `s winters onder water.   Al in 1504 waren er plannen om de lage landen rondom Oudega te bedijken en er goed land van te maken.
 Pas na 1900 werden de plannen gedeeltelijk uitgevoerd. Drassig weiland kon nu veel beter gebruikt worden, maar wat veel belangrijker was, door de nieuwe inpolderingen ontstonden nieuwe bestaansmogelijkheden en werden nieuwe boerderijen gebouwd. De JanDurkspolder was al in 1876 drooggemaakt en de Tsjollen voor 1900. De Easter- en Westersanning werden in 1921/22 drooggemaakt en in 1923 werden daar de eerste boerderijen gebouwd. (Wal, 2003) Het waren goede jaren voor de landbouw, en de melkfabriek floreerde. In 1937 werd de Hegewarren omdijkt zodat deze ook `s winters droog bleef. Het duurde nog jaren voor er boerderijen op de Hegewarren verschenen, dit duurde tot midden jaren zestig. 



















Minder boeren, meer koeien

Fotofiguur 130. Boerderij fam Geerligs, Westersanning. Foto: F. Wijma 14 mei 2015
In de eerste jaren van de twintigste eeuw waren er meer dan 160 boeren in de omgeving van Oudega die melk leverden aan het fabriek. De kleine boeren die een koe of geit hadden voor eigen gebruik niet meegeteld. Rond 1923 werden de eerste nieuwe boerderijen gebouwd in de Eastersanning, enkele jaren later in de Westersanning








Met het verstrijken van de tijd verdwenen de keuterboertjes en werden de boerderijen groter. Dit alles als gevolg van de mechanisatie van de landbouw na het einde van de tweede wereldoorlog. Had men voor de oorlog meer dan voldoende aan tien tot twintig koeien om een goed renderend bedrijf te voeren, inclusief een of twee boerenknechten. Na de oorlog werd dit snel minder. In het begin van de jaren vijftig kreeg menig boer zijn eerste trekker Hierdoor werden de paarden min of meer overbodig. Ook het handwerk, maaien en kuilen, hooien, sloten slatten, voor alles werden apparaten uitgevonden die het handwerk overbodig maakten. Hierdoor en mede doordat de lonen zeer matig waren stapten veel boerenknechten over naar de industrie in de nabijgelegen grotere plaatsen.

Was rond 1925 het aantal boerderijen in de directe omgeving van Oudega nog 160, rond 1950 was dit aantal gedaald tot 121. In de daaropvolgende vijftig jaar heeft deze daling doorgezet. Van 31 boeren in 2003 tot het aantal  melkproducerende boeren in 2015 is gedaald tot 16. Hierbij moet wel vermeld worden dat het aantal koeien duidelijk is gestegen. Waren er in 1950 rond de 1000 koeien in Oudega, in 2010 was het aantal koeien  gestegen tot 1600. 

De Blauwe Zone

Het rijksbeleid "strategisch groenproject"gaf rond 1993 aan dat rondom belangrijke natuurkernen zoals de Alde Feanen meer ruimte moest komen voor nieuwe natuur. Dit zou uiteraard gevolgen hebben voor het landbouwareaal aan de oostkant van de Alde Feanen, de Oudegaaster kant. De oostzijde van de Alde Feanen, 225 hectare groot, en de Hegewarren, 400 hectare, werden hiervoor aangewezen. Dit zou verstrekkende gevolgen hebben voor 12 boeren in Oudega. Vaak is het zo dat ambitieuze plannen in een gedowngrade versie uiteindelijk uitgevoerd worden. In Oudega was dat ook zo, de Hegewarren bleef, in elk geval de eerste 20 jaar, gevrijwaard van deze ingrijpende natuurclaim.
Toch besloten sinds de goedkeuring van het plan "Blauwe Zone" vier boeren zich uit te laten kopen en zij hebben midden jaren negentig hun heil elders gezocht. Inmiddels is er een nieuwe constructie rond de grenzen van de Alde Feanen ontstaan. Boeren mogen hun bedrijf voortzetten tot de uiteindelijke bedrijfsbeëindiging, maar het bedrijf door derden laten voortzetten is niet meer mogelijk.

Stichting Eigen Erf

Fotofiguur 131. Boerderij van van der Zee, Westersanning foto: F. Wijma
Om het niet gemakkelijke leven van de landarbeider te verbeteren werd de Landarbeiderwet van 1918 door de overheid aangenomen. Deze wet had tot doel de landarbeiders de mogelijkheid te verschaffen om land met woning in eigendom te krijgen, en ook eventueel los land in pacht. 
Zo was het mogelijk op billijke wijze de arbeiders een vast gebruiksrecht op grond te geven en het hen te vergemakkelijken om op te klimmen tot kleine boer. De grond kon aan de landarbeiders verstrekt worden door de Gemeente of door rechts-persoonlijkheid bezittende verenigingen of stichtingen, die uitsluitend werkzaam waren ter  bevordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders.

Voor de financiering van dit doel ontvingen de gemeenten rente-gevende voorschotten uit de Rijkskas. De voorwaarden waren alleszins redelijk: 10% van het te investeren bedrag (maximaal f 4.00,=) moest de landarbeider zelf bezitten. 90% kon worden betaald in 30 jaarlijkse annuïteiten van 5,8 %. De eerste drie jaar echter mocht aflossing achterwege blijven en was alleen rente voldoende. 
In Oudega is van de mogelijkheid die deze wet bood ook gebruik gemaakt.





















In de Westersanning werden 6 boerderijen gebouwd, en in de Eastersanning werden 4 nieuwe boerderijen op het nieuw aangeworven land gebouwd.


Wat de toekomst brengen moge

Niemand weet wat de toekomst voor hem in het verschiet heeft, maar het is aannemelijk dat het aantal boerenbedrijven in de omgeving van Oudega in elk geval niet zal vergroten. De kans is groter dat door bedrijfsbeëindiging dit aantal nog verder zal dalen. 
Waarschijnlijk zal het aantal koeien verder toenemen, en het aantal bedrijven dalen. Wat nog in het verschiet ligt, een mogelijk meer ten zuiden van Oudega, zal ook niet echt tot een vergroting van het landbouwareaal leiden. Ook bestaat nog altijd de kans dat de Hegewarren terug gegeven zal moeten worden aan de natuur. Met het verminderen van het aantal boerenbedrijven zou je kunnen stellen dat dit de leefbaarheid van het dorp Oudega achteruit zal gaan. Het tegendeel blijkt waar te zijn, ondanks de enorme vermindering van het aantal boerenbedrijven, winkels en dergelijke is Oudega een van de weinige dorpen waar van krimp geen sprake is. Oudega heeft zich namelijk altijd aangepast aan de veranderende omstandigheden, en ook nu zal blijken dat het dorp in staat is zich nog zeer lang te handhaven!

Van toen naar nu

Foto
figuur 132. Great Haersmastate (1660-1843) gewassen pentekening uit 1850 door S. Bonga Fries museum, geraadpleegd op 5-6-2015 via http://collections.tresoar.nl/cdm/singleitem/collection/TRLffa/id/573/rec/2
Foto
figuur 133. Boerderij Sj Riemersma, great Haersmawei overgenomen van (Stichting "Hattum de Vries", 2015) auteursrechthebbende niet bekend.
Foto
figuur 134. Boerderij Great Haersmawei 41 geraadpleegd op 05-06-2015 via http://www.smelneserfskip.nl/monumenten/gemeentelijke-monumenten/321-1184


fuguur 148 Oudega, boerderij.  Googlemaps (2015) 
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.