Boerderijen in Oudega
Vanouds is de hoofdbron van bestaan voor Oudega de landbouw en veeteelt geweest. In de 10de eeuw waren de Friezen verplicht aan de koning huisschatting te betalen. Hiertoe verplicht waren allen die een huis of hof bezaten. Gewoonlijk werden alleen van huizen die tot zathe`s behoorden belasting betaald, deze alleen waren stemdragend. Uit 1640 is een gedrukt exemplaar van de stemdragende plaatsen bewaard gebleven. Het gebied rond Oudega, binnen de dorpsgrenzen, bezat vanouds 62 stemdragende plaatsen. Hieruit blijkt dat Oudega de grootste agrarische gemeenschap van Smallingerland had. Veel van deze stemdragende plaatsen waren in bezit van de adel.
In Oudega waren goede gras- en bouwlanden. Bovendien had men de Oudegaaster hooilanden, de Hegewarren en de Wolwarren, zodat men verzekerd was van wintervoer. `s Winters was Oudega aan drie zijden omringd door hoog water. Direct ten zuiden de Sânbuorren lag de Eastersanning. Ten westen de Hegewarren, Wolwarren en de Gealanden en ten oosten het Mosseldal. Deze stonden `s winters onder water. Al in 1504 waren er plannen om de lage landen rondom Oudega te bedijken en er goed land van te maken.
Pas na 1900 werden de plannen gedeeltelijk uitgevoerd. Drassig weiland kon nu veel beter gebruikt worden, maar wat veel belangrijker was, door de nieuwe inpolderingen ontstonden nieuwe bestaansmogelijkheden en werden nieuwe boerderijen gebouwd. De JanDurkspolder was al in 1876 drooggemaakt en de Tsjollen voor 1900. De Easter- en Westersanning werden in 1921/22 drooggemaakt en in 1923 werden daar de eerste boerderijen gebouwd. (Wal, 2003) Het waren goede jaren voor de landbouw, en de melkfabriek floreerde. In 1937 werd de Hegewarren omdijkt zodat deze ook `s winters droog bleef. Het duurde nog jaren voor er boerderijen op de Hegewarren verschenen, dit duurde tot midden jaren zestig.
In Oudega waren goede gras- en bouwlanden. Bovendien had men de Oudegaaster hooilanden, de Hegewarren en de Wolwarren, zodat men verzekerd was van wintervoer. `s Winters was Oudega aan drie zijden omringd door hoog water. Direct ten zuiden de Sânbuorren lag de Eastersanning. Ten westen de Hegewarren, Wolwarren en de Gealanden en ten oosten het Mosseldal. Deze stonden `s winters onder water. Al in 1504 waren er plannen om de lage landen rondom Oudega te bedijken en er goed land van te maken.
Pas na 1900 werden de plannen gedeeltelijk uitgevoerd. Drassig weiland kon nu veel beter gebruikt worden, maar wat veel belangrijker was, door de nieuwe inpolderingen ontstonden nieuwe bestaansmogelijkheden en werden nieuwe boerderijen gebouwd. De JanDurkspolder was al in 1876 drooggemaakt en de Tsjollen voor 1900. De Easter- en Westersanning werden in 1921/22 drooggemaakt en in 1923 werden daar de eerste boerderijen gebouwd. (Wal, 2003) Het waren goede jaren voor de landbouw, en de melkfabriek floreerde. In 1937 werd de Hegewarren omdijkt zodat deze ook `s winters droog bleef. Het duurde nog jaren voor er boerderijen op de Hegewarren verschenen, dit duurde tot midden jaren zestig.
Van toen naar nu
fuguur 148 Oudega, boerderij. Googlemaps (2015)